Boswachter Rien de Vries
Het is misschien wel het meest romantische beroep ter wereld; boswachter! We spreken Rien de Vries, boswachter publiek bij natuurgebied Gooi en Kennemerland. Visualiseer een boshut, denk er een tweed kostuum bij en vooruit, een grote snor én baard! Of zou het anno 2021 toch anders zijn dan je denkt? Buitenmens, dat word je niet zomaar. Dat wordt je met de paplepel ingegoten! Dit geldt zeker voor de 25-jarige boswachter Rien die overigens geen snor of baard heeft.
Wat bijzonder, een boswachter! Hoe bemachtig je eigenlijk zo’n mooie baan?
“Vaak door bos- en natuurbeheer te studeren en met dat papiertje kun je dan boswachter worden. Ik heb zelf een gekke lus gemaakt hoor, ik heb namelijk eerst aan andere opleiding gevolgd en daarna een tijdje in de horeca gewerkt op Schiermonnikoog. Vanaf daar ben ik via een leerplek bij Staatsbosbeheer boswachter geworden, eerst in Zuid-Limburg en nu alweer drie jaar als boswachter publiek bij Gooi en Kennemerland.”
Maar dan moet je denk ik wel een gezonde dosis passie voor natuur hebben?
“Ja, dat klopt natuurlijk! Ik kom zelf uit het Oosten van het land, waar ik opgroeide aan het randje van de Veluwe. Ik was gewoon alleen maar buiten, echt altijd. Als je buitenaf woont, heb je geen speeltuin of aangeharkt erf. Dan is het bos je speeltuin, of het weiland voor het huis. Mijn ouders zijn ook buitenmensen en mijn vader werkt sinds een tijdje ook weer als boswachter, wat dat betreft kun je wel zeggen dat ik uit een groen nest kom! In mijn boekenkast vind je vooral heel veel groene literatuur en natuurgidsen en ik woon zelf vlakbij Elswout in het groen. En ja, ik heb veel kamerplanten! Je kunt echt wel zeggen dat ik groene vingers heb!”
Waarom ga jij iedere dag met plezier naar je werk?
“Als boswachter publiek ben ik verantwoordelijk voor alles rondom communicatie, educatie en recreatie. Wat mijn werk voor mij bijzonder maakt, is dat ik het verhaal mag vertellen van de natuurgebieden die wij in Noord-Holland beheren, dat ik die verhalen mag laten beleven. Ik vertel onze bezoekers iedere dag hoe mooi het hier is, maar ook hoe kwetsbaar de natuur is en hoe we er samen beter mee om kunnen gaan. Onze bezoekers kunnen een groep oudere toeristen zijn, maar ook een klas basisschoolkinderen die voor het eerst een naaktslak zien!”
Het klinkt als een heel romantisch beroep, altijd buiten! Is dat een cliché?
“Heel veel mensen zien een boswachter toch nog voor zich met een hoed op en laarzen aan, iemand die hele dagen door het bos loopt. Ja, dat is niet meer zo. Natuurlijk ben je soms de hele dag op pad, maar ik zit ook gewoon achter een computer te mailen hoor! Mensen denken ook vaak dat je jaagt, een hoed op hebt en pijp rookt. Dat is écht het ouderwetse beeld en dertig, veertig jaar geleden was het ook nog zo. Die tijden zijn wel veranderd. Sterker nog, veel boswachters wonen helemaal niet meer op hun eigen terrein. Je kunt best boswachter zijn terwijl je zelf in de stad woont. Ik heb thuis trouwens wel een gewei aan de muur hangen, telt dat als cliché?”
Wist je meteen dat je in Gooi en Kennemerland wilde werken?
“Ik kende het eigenlijk niet voordat ik er kwam werken. Toen ik op Schiermonnikoog werkte en solliciteerde bij Staatsbosbeheer, kreeg ik de vraag waar ik zou willen werken. Ik zat op dat moment nergens aan vast en kon dus álle kanten op, dus ik zei; ‘doe maar Zuid-Limburg’. Om me verder te verdiepen in het onderdeel publiekszaken, besloot ik weg te gaan uit Limburg en me te vestigen in de Randstad. Ja, ik was natuurlijk weleens in het Nationaal park geweest en had eens gevaren op het Eemmeer, maar ik kende het hier niet écht.”
Wat maakt juist dit gebied dan zo bijzonder?
“Het leuke is dat je ook buitenplaats Elswout erbij krijgt. Dat betekent 400 jaar cultuur, maar ook hele oude en bijzondere natuur. Het gebied grenst aan de duinen, die het heel robuust maken, maar rondom Amsterdam en in Venneperhout beheren we ook recreatiebossen van amper dertig jaar oud. Ik moest na Zuid-Limburg wel even wennen aan die nieuwigheid, want die jonge natuurgebieden worden heel anders gebruikt. Je kunt het bijna zien als een recreatiegebied waar óók ruimte is voor de natuur, terwijl dat in Zuid-Limburg precies andersom is. We zitten hier krapper in onze ruimte, dus benutten we iedere hectare die er is. Hier gaan natuur en recreatie veel meer samen, dan zie je bijvoorbeeld een boomvalk met een nest in een hoogspanningsmast! Dat natuur en de stad zo goed samenvloeien, dat vind ik nou mooi. Je houdt het ook niet tegen, want de boommarters van Elswout lopen heus soms wel eens richting Haarlem.”
Hoe belangrijk is zo’n natuurgebied voor de omgeving?
“De natuurwaarde is hier enorm, buitenplaats Elswout is bijvoorbeeld een Natura 2000 gebied. Dit betekent dat het gebied ontzettend belangrijk is voor heel Europa. Je komt hier bijvoorbeeld gigantisch veel zeldzame paddenstoelen en mossen tegen, maar ook veel stinzenplanten zoals narcissen en krokussen. Dit gebied is vierhonderd jaar park geweest en juist de manier waarop het is gebruikt, heeft gezorgd voor bijzondere natuurrijkdom. Maar, we hebben ook vijf verschillende soorten vleermuizen en de boommarter doet het hier goed. Daarnaast vind je dan weer het grote landhuis uit de 19de eeuw en het oude poortgebouw uit 1657, dat maakt het cultureel ook een heel belangrijk gebied. Juist de combinatie van die twee verhalen en het feit dat het ook zichtbaar is in het park, maakt dit gebied magisch.”
Dat klinkt bijzonder! Jij ziet dus iedere dag een zeldzame boommarter?
“Zeker niet! De boommarter is heel schuw en in mijn hele loopbaan hier heb ik er misschien maar drie of vier gezien. Dus ook ik word blij als ik er één voorbij zie rennen!”
Heb jij als boswachter ook favoriete plekken in dit park?
“Het is een heel afwisselend gebied en ja, je hebt ook als boswachter zo je favoriete stukjes. De moshellingen hier op Elswout bijvoorbeeld en het uitzicht over het water op het landhuis, dat is sprookjesachtig. Maar in de herfst kleuren de lanen prachtig in herfstkleuren en in het voorjaar bloeien de stinzenplanten. Eigenlijk is er altijd wel iets moois te zien. Maar, toch kom ik in mijn vrije tijd amper op ons eigen terrein. Dat is een beetje hetzelfde wanneer je een kantoorbaan hebt, dan ga je in het weekend toch ook niet naar je werkplek?”
Wat maakt dit gebied kwetsbaar?
“Dat zijn wij zelf als mensen, we willen allemaal graag naar buiten en dat is heel gezond en belangrijk. Je moet ook vooral niet mínder de natuur in gaan, maar je moet je wel altijd heel bewust zijn van hoe je gebruikmaakt van die buitenruimte. Als je hier door de duinen loopt, moet je je echt beseffen dat dit een uniek stukje natuur is waar je je dus aan de regels moet houden. Er is bijvoorbeeld geen mooiere plek dan dit park of het strand om je verjaardag te vieren met vrienden, maar doe dat dan alsjeblieft wel zonder knetterharde muziek en rotzooi.”
Hoe draag jij bij aan het behoud van Kennemerland?
“Aanspreken, dat vooral. Maar ik probeer vanuit mijn functie ook veel bewustwording te creëren, bijvoorbeeld door ons verhaal te vertellen en door altijd te benadrukken hoe bijzonder de plek waar je bent is. Dat begint met natuureducatie van de allerkleinste kinderen, maar het geldt ook voor volwassenen die onze parken bezoeken. We mogen niet vergeten dat de natuur bijzonder is en dat we er zuinig op moeten zijn!”